Behandelingen

Welke behandelingen zijn er bij tandartsenpraktijk West?

Röntgenfoto’s

Bij het opsporen van problemen (diagnostiek) maken we – als dat nodig is – gebruik van röntgenfoto’s. In onze praktijk kunnen we zowel grote als kleine röntgenfoto’s maken. We maken kleine röntgenfoto’s om gaatjes (voornamelijk tussen de tanden en kiezen) en ontstekingen (bijvoorbeeld aan de wortelpunt) op te sporen. Deze foto’s noemen we ook wel bitewings of solo’s. Voor het in beeld brengen van de kaakontwikkeling en het beoordelen van de ligging van verstandskiezen gebruiken we grote röntgenfoto’s, ofwel een orthopantomogram (OPG).

Hoeveelheid straling
Wij werken met de meest geavanceerde en digitale röntgensystemen. De stralingsbelasting hiervan is minimaal. Dit geldt voor zowel de kleine als grote röntgenfoto’s. De straling die vrijkomt bij 800 kleine digitale röntgenfoto’s is gelijk aan de hoeveelheid straling die u opdoet tijdens één weekje verblijf in de bergen! Het maken van de röntgenfoto’s gebeurt in een speciale röntgenruimte. We kunnen de foto’s direct bekijken op het beeldscherm aan de behandelstoel.

VERDOVING

Een verdoving heet ook wel een lokale anesthesie. Tijdens vele tandheelkundige behandelingen verdooft de tandarts u, om ervoor te zorgen dat uw behandeling pijnloos verloopt.

Werkt een verdoving altijd goed?
In 99% van de gevallen werkt een verdoving goed. Bij een ontsteking aan bijvoorbeeld de wortelpunt van de tand of kies kan het voorkomen dat de anesthesie minder goed werkt. Dit komt omdat de zuurgraad van het ontstekingsweefsel ervoor zorgt dat de verdovingsvloeistof sneller dan normaal haar werkzaamheid verliest. Soms is het dan noodzakelijk om tijdens de behandeling bij te verdoven.

Welke verschillende verdovingen zijn er?
Afhankelijk van de te verdoven plaats in de mond, bestaan er verschillende technieken:

Infiltratieanesthesie (plaatselijke verdoving)
Hierbij krijgt u lokaal (ter plaatse van de te behandelen tand of kies) verdovingsvloeistof ingebracht, ter hoogte van de wortel. Zo komt de verdovingsvloeistof bij de zenuw van de tand of kies (infiltreert), waardoor deze verdoofd raakt. Dit kan echter niet bij de onderkaak, omdat het bot daar te compact is om doorheen te dringen.

Geleidingsanesthesie (verdoving onderkaak)
Deze techniek gebruiken we voor de onderkaak. Omdat het bot hier, zoals gezegd, te compact is om doorheen te dringen, moet de hele zenuw van de onderkaak verdoofd worden. Dit gebeurt op de plaats waar hij de onderkaak binnenkomt. Dat is achterin de mond aan de binnenzijde van het opstijgende deel van de onderkaak. Vandaar dat hierbij ook de lip en de tong aan één zijde van de onderkaak verdoofd raken.

Interligamentaire anesthesie
De intraligamentaire techniek kan de tandarts zowel in de boven- als onderkaak toepassen.

Bij deze techniek dient de tandarts tussen de wortel en het kaakbot – met een heel dun naaldje – verdovingsvloeistof toe. Deze vloeistof perst de tandarts zo naar de wortelpunt van uw tand of kies.

Kindertandheelkunde

Wij besteden veel tijd en aandacht aan kindertandheelkunde. Omdat onze prioriteit ligt bij preventie, zien wij kinderen graag zo vroeg mogelijk in onze praktijk; want jong geleerd, is oud gedaan. Bij familiecontroles krijgt het kindergebit dan ook speciale aandacht. In eerste instantie, zoals gezegd, vooral preventief. Daarbij komen vragen aan de orde als: hoe moet er gepoetst worden, met welke tandenborstel, met welke tandpasta en hoe vaak. Ook het wennen aan de tandarts en het wegnemen van mogelijke angstgevoelens zien wij als belangrijke preventieve taken.

Tijdens de periodieke controles besteden we ook en vooral aandacht aan het wisselen en de kaakgroei. Na zes maanden komen de eerste tandjes, vanaf een jaar of zes gaan de kinderen voor de eerste keer wisselen (voortanden en er komt een extra kies bij achter de laatste melkkies). Rond elf/twaalf jaar breekt de tweede wisselfase aan. Als het nodig is (afhankelijk van de mondhygiëne en eventuele gaatjes in het melkgebit) zullen we vooral de eerste, blijvende kiezen sealen. Dit is het aanbrengen van een laklaagje in de groeven van de kiezen om te voorkomen dat daar gaatjes ontstaan. Lang aanwezig tandplak is hiervoor een belangrijke indicatie.

Bereid uw kind voor
Als er (toch) gaatjes gevuld moeten worden, is het fijn als uw kind voorbereid naar de behandeling komt. Door met uw kind een boekje over het tandartsbezoek te lezen, helpt u het verloop van de behandeling enorm. In heel uitzonderlijke gevallen verwijzen wij een kind naar een gespecialiseerde kliniek voor kindertandheelkunde.

Tips om al vroeg angst te voorkomen:
• Angstpreventie begint in de kinderleeftijd. Neem uw kind daarom zo vroeg mogelijk mee naar de tandarts. Uit onderzoek blijkt dat hoe eerder een kind went aan de tandarts, hoe kleiner de kans is dat er later angst ontstaat.
• Voor jonge kinderen is het goed als één van de ouders tijdens de controle of behandeling aanwezig is. Oudere kinderen kunnen proberen het alleen te doen. Daardoor krijgen ze meer zelfvertrouwen.
• Blijft u als ouder bij de behandeling, laat dan zoveel mogelijk over aan de tandarts. Doe geen valse beloftes, zoals: “Je voelt absoluut niks”. Als het dan toch pijn doet, kan uw kind zich verraden voelen.
• Er is niets op tegen uw kind te belonen als het zich flink houdt. Een klein presentje, een uurtje langer opblijven of iets anders leuks.
• Als u zelf erg angstig bent, merkt uw kind dit meteen. Kijk in dat geval of iemand anders met uw kind mee naar binnen kan, zodat uw angst niet overslaat.

Vullingen

In onze praktijk gebruiken we drie soorten vullingen. Vooral composietvullingen, maar ook glas-ionomeervullingen (als tijdelijke restauratie bij bijvoorbeeld een wortelkanaalbehandeling of bij kiezen van het melkgebit).

Goede conditie tandvlees belangrijk
Het is belangrijk dat het tandvlees gezond is, zodat de composietvulling zo droog mogelijk kan worden aangebracht. Bloed en speeksel zorgen voor een minder goede hechting tussen composiet en tand, waardoor de vulling minder lang meegaat. Lees meer over hoe u uw tandvlees gezond houdt.

Witte vullingen
Witte vullingen zijn al enige jaren in opmars vanwege onder andere de fraaie esthetische eigenschappen. Er bestaan drie verschillende soorten witte vullingen: composiet, glas-ionomeer en compomeer. Composiet is van deze drie de sterkste. Compomeer en glas-ionomeer zijn daarentegen gemakkelijker aan te brengen. Omdat kinderen nog wisselen en vullingen niet jarenlang mee hoeven, worden ze vooral gebruikt voor het kindergebit.

Witte vullingen worden daarnaast vaak gebruikt voor cosmetische doeleinden, bijvoorbeeld om  verkleuringen te verhelpen en spleetjes tussen tanden weg te werken. Behalve de fraaie esthetiek werkt composiet ook versterkend op de tand of kies, omdat het als het ware in de tand geplakt wordt en zodoende voor extra hechting van de vulling zorgt.

Restaureren met composiet
Bij restaureren met composiet bepaald de tandarts eerst de kleur van de vulling. Vrijwel elke tandkleur is mogelijk. Nadat de cariës is verwijderd, maakt de tandarts de kies of tand zo droog mogelijk om een goede hechting te verkrijgen van het composiet aan de tand of kies. Vervolgens wordt de tand of kies geëtst met een zure stof, om het oppervlak op te ruwen. Soms wordt dan ook nog een hechtlaag aangebracht. Dit hangt af van het soort witte vulling die de tandarts gebruikt. Daarna volgt het aanbrengen van het composiet. Dit gebeurt in laagjes. Om het uit te harden, gebruikt de tandarts vervolgens een blauwe lamp. Sommige glas-ionomeervullingen harden van zichzelf uit. Tot slot polijst de tandarts het oppervlak van de witte vulling gepolijst.

Napijn
Sommige mensen hebben na het vullen met wit vulmateriaal last van napijn, als gevolg van krimpspanning in de kies. Na verloop van tijd verdwijnt deze pijn meestal weer. Blijft de pijn aanhouden, vraag de tandarts dan om advies.

wortelkanaalbehandeling

Een wortelkanaalbehandeling noemt men ook wel een zenuwbehandeling. Hiervoor zijn diverse aanleidingen mogelijk. Zo kan hevige kiespijn een aanleiding zijn. Het levende deel (pulpa, ofwel de zenuw) van de tand/kies kan dermate ontstoken zijn (pulpitis) dat de tandarts uw zenuw verwijdert om u pijnvrij te maken.

Hoe gaat een wortelkanaalbehandeling?
Tijdens een wortelkanaalbehandeling verwijdert de tandarts – onder plaatselijke verdoving – het nog levende ontstoken tandweefsel. Daarna reinigt en desinfecteert hij de kanaaltjes en vult die weer. Vervolgens sluit hij de tand of kies weer af met een vulling.

Abces wortelkanaal
Zit er aan de wortelpunt een ontsteking, dan is de zenuw in de tand of kies al dood. Het dode zenuwweefsel zorgt voor de ontstekingsreactie. Deze wortelpuntontsteking kan door het kaakbot heen breken en een abces tot gevolg hebben. Dit kan heel gevaarlijk zijn. Zeker wanneer het abces in de onderkaak zit, met name aan de kant van de tong. Meestal breekt het door naar de wangzijde. Ga met zo’n abces altijd naar de tandarts of als die niet aanwezig is naar de nooddienst! De tandarts zal het dode zenuwweefsel uit de wortel verwijderen en de kanalen in de wortel schoonmaken. Vaak opent de tandarts het abces om de pus er uit te laten lopen en schrijft hij tevens een antibioticum voor.

Nacontrole wortelkanaalbehandeling
Na de wortelkanaalbehandeling houdt de tandarts de tand of kies zes tot twaalf maanden in de gaten. Blijft daarna alles goed gaan, dan is het verstandig om de kies te voorzien van een kroon om hem zijn stevigheid terug te geven en breuk te voorkomen.

Kunstgebit

Gehele of gedeeltelijke prothese
Als er tanden en/of kiezen ontbreken, kunnen we deze aanvullen met een gedeeltelijk (partiële) kunstgebit (prothese). Ontbreken alle tanden en kiezen, dan zit er niets anders op dan een volledige prothese. Deze blijft op zijn plaats door een zuigende werking van het speeksel onder de prothese en de wang- en tongspieren.

Waarom een kunstgebit?
Er kunnen diverse redenen zijn voor het plaatsen van een kunstgebit. Als de tandarts daarvoor tanden of kiezen moet trekken, gebeurt dit meestal niet in één keer. Dat zou een te grote ingreep zijn. Daarom trekt de tandarts eerst uw kiezen. Uw tanden volgen later, zodat u niet zonder hoeft te lopen.

Implantaten

Tanden en kiezen hebben een zichtbaar deel (de kroon) en een onzichtbaar deel (de wortel). Mist u een tand of kies met wortel en al, dan kan de tandarts op die plaats geen vervangende kroon plaatsen. Een brug is wel mogelijk, maar alleen als er voldoende gezonde tanden en kiezen naast liggen die hiervoor als houvast dienen.

Wat is een implantaat?
Een implantaat is een klein titanium schroefje dat de tandwortel vervangt. Soms hebben deze schroefjes nog een keramisch laagje. Ze worden vastgezet in de kaak, waarmee u weer een basis heeft voor een kroon, brug of prothese. Een implantaat kan worden ingebracht om één, meer of zelfs alle tanden en kiezen te vervangen.

Kom ik in aanmerking voor een implantaat?
Voorwaarde om een implantaat te kunnen plaatsen is dat het kaakbot volgroeid is (meestal bij een leeftijd vanaf ongeveer 18 jaar) en er voldoende kaakbot aanwezig is om de implantaten goed te kunnen verankeren. Ook het tandvlees moet gezond zijn. Uw tandarts zal uw gebit daarom goed controleren en ook röntgenfoto’s van uw kaakbot maken vóór hij besluit om implantaten te plaatsen.

Wanneer krijg ik een implantaat?
Ter vervanging van één tand of kies plaatst de tandarts een kroon. Voor het vervangen van meer tanden en kiezen een brug en ter vervanging van alle tanden en kiezen een overkappingsprothese. Al naar gelang de situatie brengt hij hiervoor een of meer implantaten in.

Esthetische tandheelkunde

Esthetische tandheelkunde is het vakgebied waarbinnen de tandarts zich bezighoudt met de verfraaiing van het ‘uiterlijk’ en daarmee dé oplossing als men niet tevreden is met de vorm, stand of kleur van de tanden. Toch twijfelen velen om hier iets aan te laten doen; onder meer vanwege angst voor de tandarts, het idee dat de kosten hiervan enorm hoog zijn, of gewoon omdat men niet weet welke technieken voorhanden zijn.

Voor iedereen bereikbaar
Esthetische tandheelkunde met ‘parelwitte tanden’ en een ‘stralende lach’ als resultaat is allang niet meer uitsluitend weggelegd voor de sterren. Integendeel, deze vorm van tandheelkunde heeft de laatste jaren een enorme ontwikkeling doorgemaakt, waardoor er allerlei technieken zijn ontwikkeld die voor iedereen bereikbaar zijn. Ook hoeft men niet meer per se pijnlijke behandelingen te ondergaan om voortaan ‘stralend’ door het leven te gaan.

Kronen/bruggen

Als een tand of kies een dermate grote vulling heeft dat er weinig tandmateriaal over is of een tand of kies ontbreekt, kan de tandarts verloren gegaan weefsel aanvullen door middel van een kroon of brug. Hiermee kan hij een verzwakte tand of kies weer stevig maken. De kroonbasis is meestal van goud, waarop de tandarts porselein aanbrengt. Maar er zijn ook kronen zónder goud die bijna geheel uit porselein bestaan. Deze worden vooral gebruikt in het esthetische (zichtbare) gebied van het gebit. Volledig gouden kronen en bruggen, zoals kiezen, worden vaak geplaatst in het onzichtbare gebied.

Volledig porseleinkroon
Kronen van porselein kunnen in veel situaties worden toegepast. Het materiaal is tandkleurig en ziet er zeer natuurgetrouw uit. Deze kronen worden als een soort kapje over de tand of kies geschoven en rusten op de tandwortel. Ze kunnen ook op implantaten worden geplaatst.

Een brug bestaat uit tenminste twee pijlers en een of meer dummies (zwevende gedeelte).

Vrij-eindigende brug
Bij deze brug bevinden de pijlers zich aan één zijde van de ontbrekende tand of kies.

Glasvezelbrug/etsbrug
Een bijzonder soort brug is de glasvezelbrug. Deze brug wordt toegepast als er onvoldoende houvast is voor een kroon. Daarvoor zou dan teveel gezond tandweefsel moeten worden opgeofferd; bijvoorbeeld tanden of kiezen die nog gaaf zijn of een kleine vulling hebben.
Bij een glasvezelbrug maakt de tandarts met een ets-lijmtechniek een verbinding tussen de tanden of kiezen door middel van een glasvezel. Om de glasvezel maakt hij dan een dummy van kunststof. Deze techniek kan direct in de mond plaatsvinden of in het laboratorium op een gipsmodel worden voorbereid. De glasvezelbrug is een moderne uitvoering van de etsbrug. Bij de conventionele etsbrug waren de ‘vleugels’ waarmee de dummy aan de buurelementen werd geplakt van metaal. Toch moet een glasvezelbrug gezien worden als een semi-permanente oplossing. Een implantaat is dan vaak de aangewezen permanente oplossing.

Bleken en bleekmethoden

De kleur van uw tanden en kiezen is erfelijk bepaald, maar kan door diverse invloeden (o.a. koffie, nicotine) en oorzaken (onder meer ouder worden) veranderen. Meestal worden ze donkerder. U kunt uw tanden en kiezen enkele tinten lichter maken door ze te bleken. Dit kan goede resultaten opleveren, maar het komt ook voor dat een tand of kies al na enkele maanden weer een zichtbare verkleuring laat zien. Na een paar jaar krijgt de tand of kies veelal ook weer de oorspronkelijke kleur terug. Het drinken van veel koffie en wijn, maar ook roken versnellen dit proces. Het bleekresultaat is afhankelijk van de oorzaak van de verkleuring. Uw tandarts of mondhygiëniste kan u hier als geen ander in adviseren.

Bleekmethoden

Bleken van buitenaf bij levende tanden
Er zijn verschillende manieren om van buitenaf te bleken. U kunt dit door uw tandarts laten doen, maar het ook zelf thuis doen. Het klinkt u wellicht vreemd in de oren, maar onze voorkeur gaat uit naar de thuisbleekmethode. Dit gaat in de meeste gevallen gecontroleerder en minder agressief. Het uiteindelijke resultaat is bij beide methoden hetzelfde. Loopt de kleur na verloop van tijd wat terug, dan kunt u met de thuisbleekmethode de tanden simpel weer wat witter maken.

Thuisbleken
Bij de thuisbleekmethode maakt de tandarts of mondhygiëniste overigens wel eerst een gipsafdruk van uw gebit. Op basis daarvan maakt de tandtechnicus een doorzichtige kunstof lepel, waar de bleekgel in past. Deze krijgt u met de bijbehorende bleekgel en duidelijke instructies van uw tandarts of mondhygiëniste mee naar huis.

Tandbleekpasta’s
Tandpasta`s die zogenoemde ‘whiteners` bevatten, kunnen uw tanden iets lichter maken. Dit verschil is echter nauwelijks zichtbaar en niet erg duurzaam. Gebruik ‘whiteners’ nooit continu en alleen in overleg met uw tandarts.

Bleken van binnenuit bij dode tanden
Na een wortelkanaalbehandeling kan de kanaalvulling naar boven toe doorschemeren. Hierdoor krijgt de tand soms een donkerder uiterlijk. We kunnen dan voor een bepaalde periode (bijvoorbeeld een week) bleekgel insluiten. Hierdoor wordt de tand weer lichter van kleur. Soms is het nodig om de bleekgel te verversen en het proces te herhalen tot het gewenste resultaat is bereikt. Na verwijdering van de bleekgel plaatst de tandarts de nieuwe en blijvende vulling.

Angstbegeleiding

Bang voor de tandarts? U bent niet de enige! Toch is dit niet nodig. In onze praktijk zijn wij gewend om met dit verschijnsel om te gaan. Wij doen er alles aan alles aan om uw angst zoveel mogelijk – zo niet helemaal – weg te nemen. Bovendien behandelen wij u met de meest moderne apparatuur en volgens de nieuwste technieken, onder verdoving en vrijwel pijnloos. Wij overleggen samen met u wat voor u het beste behandeltraject is. Bij elke stap die wij hierbinnen nemen wordt u begeleid door een speciaal team.

Chirurgie

Het trekken van een tand of kies

Voorbereiding
Als u een afspraak heeft voor het trekken van een tand of kies moet u van tevoren gewoon goed eten. Slikt u medicijnen, neem die dan gewoon in. Gebruikt u antistollingsmedicatie, meldt dit dan ruim van tevoren. Het is overigens altijd raadzaam een lijstje bij u te hebben met de geneesmiddelen die u gebruikt.

Hoe wordt een tand of kies getrokken?
Het trekken van een tand of kies gebeurt altijd onder plaatselijke verdoving. Zodra de verdoving goed werkt, trekt de tandarts met een tang de tand of kies eruit. Meestal met een draaiende of wrikkende beweging, wat een vervelend gevoel is. De kaakchirurg gebruikt daarbij ook andere instrumenten, omdat hij veelal de moeilijkere ingrepen doet. De ingreep verloopt pijnloos.

Wordt de wond gehecht?
Of er gehecht wordt, hangt onder meer af van de grootte van de wond en van het aantal extracties in hetzelfde gebied. Wij gebruiken daarvoor zelfoplossend hechtdraad.

Neemt de pijn na enkele dagen niet af of juist duidelijk toe en krijgt u ook een vieze smaak in de mond, dan kan de wond ontstoken zijn. Neem in dat geval contact op met uw tandarts of kaakchirurg.

Ontstekingen

Neemt de pijn na enkele dagen niet af of juist duidelijk toe en krijgt u ook een vieze smaak in de mond, dan kan de wond ontstoken zijn. Neem in dat geval contact op met uw tandarts of kaakchirurg.

Geneest de wond snel?
Het duurt een dag of tien voordat de wond helemaal dicht is. De wond geneest het best wanneer het bloed in de wond goed kan stollen. Spoel daarom de eerste dag uw mond niet; hiermee verwijdert u het bloed. Drinken mag natuurlijk wel. De dagen hierna kunt u eventueel drie maal per dag spoelen met lauw-warm zout water.

Wat is slecht voor de genezing?
Alcohol en roken vertragen de wondgenezing. Laat ook geen pijnstiller smelten op de pijnplek. Sommige pijnstillers kunnen hier extra irritatie veroorzaken.

Wanneer kunt u weer eten?
Als de verdoving is uitgewerkt, kunt u voorzichtig eten en drinken. Probeer zoveel mogelijk aan de andere zijde te kauwen, zodat er zo min mogelijk eten in de wond komt. Wacht altijd met kauwen totdat de verdoving helemaal is uitgewerkt, anders bijt u op uw wang of lip.

Wanneer kunt u weer tandenpoetsen?
Na het trekken van een tand of kies kunt u weer normaal poetsen. Wees wel een beetje voorzichtig op de plaats(en) waar zojuist is getrokken.

Wanneer de tandarts bellen?
Als u meer dan 39 graden koorts heeft, de zwelling en/of pijn na vier of vijf dagen nog toeneemt of als u een nabloeding heeft.

Tandvleesbehandeling

Sommige mensen hebben last van hun tandvlees. Dat noemen we parodontitis. Indien u parodontitis hebt, kunt u behandeld worden door een tandarts en/of mondhygiënist. Bij complexere behandelingen kan het ook voorkomen dat zij u doorsturen naar een parodontoloog. Allereerst valt of staat de behandeling van parodontitis met een goede mondhygiëne. Om parodontitis te kunnen genezen, moet de oorzaak van de ontsteking, de bacteriën in het tandplak, verwijderd worden. Dit dient door de patiënt zelf boven het tandvlees te gebeuren. De mondhygienist doet de onderkant. Een belangrijk onderdeel hierbij is dat de mondhygiëne ten opzichte van de situatie in het verleden, verbeterd wordt.

Met een tandenborstel kan al een groot deel van het tandplak weggepoetst worden. Echter, de plak tussen de tanden en kiezen is moeilijk weg te poetsen. Hiervoor dient u gebruik te maken van andere hulpmiddelen zoals ragers of tandenstokers. De tandarts of mondhygiënist zal met de patiënt kijken welke hulpmiddelen geschikt zijn en het gebruik demonstreren.

Initiële fase
De plak onder het tandvlees kan de patiënt niet zelf verwijderen. Dit dient met speciale instrumenten te gebeuren door de tandarts en/of mondhygiënst en wordt professionele gebitsreiniging genoemd. Dit is een intense behandeling en kost al gauw vier keer een uur. Pas als zoveel mogelijk tandvlees en tandsteen onder het tandvlees verwijderd is en de patiënt zelf in staat is om zijn/haar gebit goed schoon te houden, dan is de eerste fase van de behandeling voltooid. Deze fase wordt de initiële fase genoemd.

De herbeoordeling
Over het algemeen wordt het gebit van de patiënt pas weer na drie maanden onderzocht. Dit komt omdat het parodontium tijd nodig heeft om na de gebitsreiniging in de initiële fase te herstellen. Bij deze herbeoordeling worden alle gegevens opnieuw gemeten en genoteerd op een parodontiumstatus.
Zoals al eerder genoemd, kan parodontitis door de combinatie van een goede mondhygiëne en gebitsreiniging genezen. Echter, in sommige gevallen is het mogelijk dat de tandarts toch nog plaatsen met ontstoken pockets vindt. Als er plak boven het tandvlees zit, dan is dat een gevolg van onvoldoende mondhygiëne. Indien dit het geval is, dan richt het vervolg van de behandeling zich op het verbeteren van de mondhygiëne. Is dit niet het geval, maar zit er wel nog tandplak of tandsteen in de verdiepte pockets, dan komt dit doordat de plak of tandsteen moeilijk te bereiken is. Moeilijk bereikbare plaatsen zijn bijvoorbeeld de al eerder genoemde frustraties, angulaire defecten en zeer diepe pockets. Om deze plaatsen te reinigen, is een chirurgische behandeling nodig. Dit noemt men een flap-operatie.

Pijn en zwelling
De eerste paar dagen na de behandeling kan er enige pijn en zwelling optreden. Dit is vaak goed te bestrijden met ‘normale’ pijnstillers, zoals paracetamol, naproxen, brufen, welke ook bij de apotheek te koop zijn. Het gebruik van aspirines wordt sterk afgekeurd, omdat dit een verhoogde kans geeft op nabloedingen. Het is belangrijk dat het tandvlees tijdens de genezing zoveel mogelijk met rust gelaten wordt, zodat u daar één tot twee weken niet kunt poetsen. Het gevolg hiervan is dat zich op deze plek tandplak vormt, die de genezing kan verhinderen. Daarom schrijft de tandarts een desinfecterend chloorhexidine spoelmiddel of spray voor. 




Wilt u meer informatie? Mail dan naar info@tandartsenpraktijkwest.com